Ineens zat ik alweer verwoed te tikken en aan politiek te doen, terwijl mijn (goede) voornemen om me niet langer voor een of andere kar te laten spannen nog niet eens was afgekoeld. Mijn vingertoppen gleden verontwaardigd over de toetsen en spuwden geestdriftig mijn wrevel over wat me blijkbaar nog altijd in vuur en vlam kan zetten. Mooi, dacht ik desondanks, want de lokroep naar defaitisme heb ik ook al – zij het nog altijd vanuit de verte – opgevangen. Een beetje was in de oren, zoals die Griekse held de bemanning van zijn vaartuig opdroeg, doet echter wonderen. Ik vond die trouwens altijd al wat egoïstisch. Als enige mocht hij de roes van de sirenenzang tot in het diepste vezeltje van zijn lijf opnemen, terwijl zijn roeiers – het plebs – die schoonheid niet gegund was. Gelukkig uiteraard, want anders had niemand het overleefd en eindigde het verhaal over de man op de zeebodem, ergens voor de kust van Napels.
Geraakt worden, verontwaardigd zijn, een mening vormen … het is nog altijd beter dan wat een struisvogel zou doen (wat naar verluidt ook al niet klopt). Geen Facebook meer, geen krant bij het ontbijt, geen journaals en al helemaal geen breaking news. Het lijkt utopisch. Maar ook dat gaat vervelen. En veel sneller dan gedacht. Dus laat ik mezelf maar drijven, met af en toe wat zwembewegingen om toch enigszins vooruit te blijven gaan.